Sphaerichthys osphromenoides
Canestrini, 1860

[Foto Sphaerichthys osphromenoides]
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Belontiidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1860 G. door Canestrini als Sphaerichthys osphromenoides in "Verhandl. Zoöl-Botan. Gesellschaft", Wien 10:707.
SYNONIEM: Osphromenus malayanus Duncker, 1904.
NEDERLANDSE NAAM: chocolade goerami.
MAXIMALE GROOTTE: 6 cm.
GESLACHTSONDERSCHEID: het mannetje zou een spits toelopende rug- en aarsvin hebben. Ook in de lichte dwarsbanden zou een verschil te vinden zijn. De meeste auteurs vermelden: geen geslachtsonderscheid met het oog te zien.
HOUDBAARHEID: verdragen slecht transport en verandering van water. Zeer grote verliezen, zowel bij import als daarna in het aquarium. Eenmaal aangepast aan het aquarium zijn ze behoorlijk sterk. Worden niet zeer oud. Onderhevig aan huidparasieten.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 151
       
Milieu Aquarium kweek
Zuurtegraad pH   7  
Totale hardheid °DH   12  
Temperatuur °C   26  
Geleidbaarheid µS      
VERSPREIDING: Azië; Maleisisch schiereiland en Sumatra.
[Kaart voorkomen
BIOTOOP: dicht begroeide beken, sloten en plassen waarvan de bodem soms bedekt is met afgestorven plantendelen.
GEDRAG: zeer rustige vis die niet in elk gezelschap past. Als ze alleen gehouden worden komen ze nochtans niet goed op kleur. Bij rustige vissen zijn ze meer op hun gemak en zullen ze zich minder verstoppen.
VOEDSEL: levend, klein voedsel moet bijna dagelijks op het menu staan. Droogvoer wordt ook, in kleine hoeveelheden, genomen. Geen grote eters.
KWEEK: zeer moeilijk! Tegenstrijdige versies. Bijna alle auteurs vermelden ofwel muilbroedend, ofwel schuimnestbouwend. Er bestaan weinig betrouwbare kweekverslagen, de enige die steller vond, zijn deze over muilbroedende vissen. Het vrouwtje zet de eitjes af tegen de bodem, ze worden dáár door de man bevrucht en door het vrouwtje in de muil genomen alwaar ze op 14 dagen tijd uitgebroed worden. Dan pas worden de jonge visjes uitgespuwd. De jongen worden daarna niet meer in de muil toegelaten. Eigen waarnemingen: Vrouwtje zet eitjes af op blad van Echinodorus horizontalis, ze werden door de man bevrucht en dan door het vrouwtje in de muil genomen. Ze zwom 3 à 4 dagen met een opgezette keelzak; daarna niets meer.
BIJZONDERHEDEN: Hoedeman toonde aan dat S. osphromenoides geen organen bezit die schuimnestbouw mogelijk maken, hij sluit nochtans niet uit dat er een andere (onder)soort zou bestaan die dat wel kan. Op Borneo, in de Kapuas rivier, zou een tweede vorm voorkomen, beschreven door Pellegrin als S. vaillanti, maar deze zou identiek zijn aan Ctenops nobilis.
Bewerkt door:
René Wouters, december 1984
Laatst bijgewerkt op: 09-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE