WETGEVING BELGIE

Wetgeving Openbare zedelijkheid in België

Naast openbare veiligheid, openbare orde en openbare trouw is openbare zedelijkheid de vierde openbare norm of waarde die door Belgische strafwetboek beschermd wordt. Het is een erg vaag begrip die aan de beoordeling van de rechter wordt overgelaten, die zich richt naar regels die op een gegeven tijdstip door het collectief geweten worden aangevoeld. Het wordt in één adem genoemd met de orde der familie. In de ruime betekenis van het woord, zijn de volgende misdrijven openbaar onzedelijk: vruchtafdrijving, verhinderen of vernietigen van de burgerlijke staat van kinderen, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, bederf van de jeugd en prostitutie, openbare zedenschennis, dubbel huwelijk en familieverlating. Overspel is in 1987 uit het strafwetboek geschrapt.

Deze opsomming toont ook aan dat de wetgever nog iets zeer specifieks als openbare schennis van de goede zeden wil aanwijzen. Uit de artikelen 383 en volgende blijkt dat daarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan oneerbare liederen, prenten, vlugschriften en voorwerpen die strijdig zijn met de goede zeden. Het verspreiden van die dingen kan tot zes maanden gevangenisstraf opleveren; het maken tot één jaar. Daarnaast spreekt de wet ook van handelingen in het openbaar die de eerbaarheid kwetsen. Verdere invulling wordt aan de rechter overgelaten die ook de omstandigheden moet beoordelen.

Als er minderjarigen bij betrokken worden is de wetgever veel strenger: tot twee jaar gevangenisstraf. Van een heel andere orde is pornografie met minderjarigen. Het organiseren daarvan kan vijftien jaar kosten, het vertonen of verspreiden tien jaar, zelfs het louter bezit van dit soort zaken kan een jaar gevangenis kosten.

Ontvangen van “http://nl.wikipedia.org/wiki/Openbare_zeden

Categorieën: Misdrijf | Strafrecht

Titel VIII. Misdaden en wanbedrijven tegen personen

Wettelijke situatie in België

Mishandeling wordt in het Strafwetboek behandeld in Titel VIII. – “Misdaden en wanbedrijven tegen personen”, en daarvan Afdeling II. – “Opzettelijk doden, niet doodslag genoemd, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel” (artikel 398-405, 409 en 410).

Het jeugdrecht in België is gebaseerd op de volgende wetgevingen :

  • Federaal:
    • de Federale wet van 8 april 1965 op de jeugdbescherming (W. 08-04-1965)
    • wet 13/06/06 wet betreffende de jeugdbescherming
    • Zedelijke bescherming van de jeugd (W. 15-07-1960)
    • Voorlopige plaatsing van minderjarigen (W. 01-03-2002)
  • Vlaamse Gemeenschap
    • de Decreten inzake Bijzondere Jeugdbijstand (Vlaamse Gemeenschap)
    • Bijzondere jeugdbijstand (Decr. Vl. Parl. 07-03-2008)
    • Kinderrechtencommissaris (Decr. Vl. Parl. 15-07-1997)
    • Integrale jeugdhulp (Decr. Vl. Parl. 19-07-2002 en 07-05-2004)
    • Rechtspositie minderjarige in integrale jeugdhulp (Decr. Vl. Parl. 07-05-2004)
    • Centra voor hulpverlening inzake kindermishandeling (B. Vl. Reg. 08-07-1987)
  • Franse Gemeenschap
    • Hulpverlening aan de jeugd (Decr. Fr. Gem. R. 04-03-1991)
    • Hulpverlening aan mishandelde kinderen (Decr. Fr. Gem. R. 12-05-2004)
    • Kinderrechtencommissaris (Decr. Fr. Gem. R. 20-06-2002)
  • Duitstalige Gemeenschap
    • (Decr. D. Gem. R. 20-03-1995)
  • Brussel-Hoofdstad
    • Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake hulpverlening aan jongeren, gesloten te Brussel op 11 mei 2007
    • 5/02/2008 Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 11 mei 2007 tussen de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, inzake hulpverlening aan jongeren

Jeugdrecht, Brussel-Hoofdstad

  • Europese reglementering
    • Seksuele uitbuiting van kinderen (B. Raad E.G. nr. 2004/68/JBZ, 22-12-2003)