VCA - Risico's, ongevallen en preventie

Een risico is:
1. de kans dat een bepaald ongewenst gevolg/effect zich zal voordoen.
2. een gevaar dat onbekend is.
3. niet te bepalen omdat het onbekend is.
4. het aantal keer dat een ongewenst gevolg zich heeft voorgedaan.
In het begrip risico (de kans dat een bepaald ongewenst effect zich zal voordoen) betekent "het ongewenst effect/gevolg":
1. de mate waarin het zou kunnen plaatsvinden.
2. de grootte van de kans dat een bepaalde ongewenste gebeurtenis zal plaats hebben.
3. de omvang van de gevolgen als een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt.
4. het bedrag dat de werkgever moet betalen bij een ongeval.
In het begrip risico wordt verstaan onder "de mate van waarschijnlijkheid":
1. de omvang van de gevolgen.
2. de ongewenste gebeurtenis.
3. de grootte van de kans dat een bepaald ongewenst gebeuren (ongeval) zal optreden.
4. het effect op lange termijn, bijvoorbeeld beroepsziekten.
Een voorbeeld van onveilige handeling is:
1. het "lenen" van één of meerdere stellingplanken van een bestaande stelling.
2. weigeren werkzaamheden uit te voeren omwille van veiligheidsrisico's.
3. het kwetsen van je enkel tijdens het afstappen van een bordes.
4. struikelen over een losliggende tegel.
Een loshangende isolatieplaat is:
1. een onveilige handeling.
2. een onveilige situatie.
3. een geval van overmacht.
4. een samenloop van ongewenste omstandigheden.
Slijpen zonder een veiligheidsbril te dragen is:
1. een onveilige handeling.
2. een onveilige situatie.
3. een ongeval.
4. een aanvaardbaar risico.
Geef een voorbeeld van een onveilige handeling:
1. het innemen van een onveilige positie (plaats) of onveilige houding.
2. iemand struikelt tijdens werken door ongelijke bestrating en verzwikt een enkel.
3. de draaiende delen van een pomp zijn niet afgeschermd.
4. een onstabiele stapel vaten valt om waarbij een medewerker een vat op zijn voet krijgt en een voetletsel oploopt.
Ongevallen worden veroorzaakt door:
1. technische factoren.
2. menselijke factoren.
3. omgevingsfactoren.
4. een combinatie van a, b en c.
Ongevallen gebeuren:
1. als gevolg van onveilige handelingen en/of situaties.
2. omdat ze uniek zijn: elk geval is anders, ongevallen hebben bijna nooit dezelfde oorzaak.
3. omdat uit bijna-ongevallen meestal geen lessen te trekken zijn om ongevallen te voorkomen.
4. bij toeval.
Ongevallen op het werk worden veroorzaakt door:
1. de techniek (bijvoorbeeld: een defect aan machines).
2. de menselijke handelingen (bijvoorbeeld: niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen).
3. omgevingsfactoren (bijvoorbeeld: slechte verlichting).
4. een combinatie van a, b en c.
Een ongeval is:
1. iets dat ongewild gebeurt en niet te voorkomen is.
2. iets dat ongewild gebeurt en gevolg is van technisch defect.
3. iets dat ongewild gebeurt doordat iemand iets onveilig doet met schade en/of kwetsuren tot gevolg.
4. iets dat ongewild gebeurt en het gevolg is van gevaarlijke handelingen en/of gevaarlijke omstandigheden met schade tot gevolg.
Een stellingbuis valt en treft iemand op het hoofd. Dit noemen wij:
1. een beroepsziekte.
2. een beroepsrisico.
3. een samenloop van omstandigheden.
4. een ongeval.
Om alle informatie over een ongeval te kunnen verzamelen:
1. ondervraagt men het slachtoffer best niet.
2. ondervraagt men getuigen en slachtoffers best niet te snel na het ongeval.
3. ondervraagt men getuigen en slachtoffers best zo snel mogelijk na het ongeval.
4. ondervraagt men de meestergast.
Een bijna-ongeval:
1. is een ongewild gebeuren, veroorzaakt door een onveilige handeling/onveilige situatie met schade of letsel tot gevolg.
2. is een plots optredende gebeurtenis, die nauwelijks gevolgen heeft, maar onder iets gewijzigde omstandigheden had kunnen leiden tot letsel en/of schade.
3. is een risico.
4. dient steeds zonder gevolg geklasseerd te worden.
Een stellingwerker stoot per ongeluk een baksteen naar beneden die rakelings naast zijn collega op de begane grond terecht komt en geen lichamelijke schade veroorzaakt. Dit voorval noemen we:
1. ongeval.
2. bijna-ongeval.
3. een beroepsrisico.
4. een risico.
De belangrijkste reden om ongevallen te onderzoeken is:
1. in orde te blijven met de wet.
2. achteraf maatregelen te kunnen nemen zodat deze ongevallen niet meer zouden plaatsvinden.
3. dit aan de verzekeringsmaatschappij door te geven.
4. omdat de arbeidsinspectie erom vraagt.
Ongevallen met ernstig letsel moeten:
1. direct aan de technische inspectie (telefonisch) worden gemeld.
2. door de politie zo snel mogelijk worden onderzocht.
3. niet in de krant komen.
4. niet meteen worden gemeld.
Gebeurtenissen die volgens de preventiebeginselen moeten worden gemeld aan de chef of de dienst voor preventie en bescherming op het werk (veiligheidsdienst) zijn:
1. ongevallen.
2. bijna-ongevallen.
3. incidenten.
4. a, b en c zijn goed.
Welke van de drie factoren is het moeilijkst te verbeteren?
1. de machine.
2. de mens.
3. de werkprocedure.
4. niets is moeilijk te verbeteren.
Absolute veiligheid bestaat niet! Veilig werken betekent dus
1. het onbewust nemen van aanvaardbare risico's.
2. het accepteren van gevaren.
3. het onbewust nemen van risico's.
4. het bewust nemen van aanvaardbare risico's.
Risicobeperkende maatregelen kan men treffen ten aanzien van:
1. de menselijke aspecten.
2. de techniek.
3. de omgeving.
4. a, b en c zijn juist.
Wat doe je in eerste instantie om risico's te bestrijden in toepassing v/d algemene preventiebeginselen?
1. We zorgen voor collectieve beschermingsmiddelen.
2. We gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen.
3. Men werkt niet meer zodat men geen risico hoeft te nemen.
4. Men probeert het gevaar weg te nemen door gevaarlijke machines of materialen te vervangen door ongevaarlijke machines of materialen.
Om risico's te beperken bestaat de ideale oplossing uit:
1. het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
2. het geven van instructies.
3. de risico's aan de bron uitschakelen.
4. het plaatsen van collectieve beschermingsmiddelen.
Bij het beheersen van risico's gaat de voorkeur in eerste plaats uit naar:
1. het aanbrengen van beveiligingen.
2. het aanbrengen van waarschuwingsborden.
3. het gebruik van gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen.
4. de kostprijs van veilig materiaal.
Ongevallen kan men best vermijden door in de eerste plaats:
1. werknemers aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te bezorgen.
2. gevaren af te schermen.
3. te vermijden dat gevaren het bedrijf binnen komen.
4. blind vertrouwen te hebben in collega's die al lang in dienst zijn.
Door plaatsing van een afschermkap op een slijpmachine wordt het risico op persoonlijk letsel:
1. verminderd door in te spelen op de kans dat de slijpschijf uiteen vliegt.
2. verminderd door in te spelen op de ernst van het letsel bij de gebruiker wanneer de slijpschijf uiteen vliegt.
3. niet verminderd, want de slijpschijf kan nog steeds uiteen vliegen.
4. niet verminderd maar vergroot.
Het voorzien van brandbestrijdingsmiddelen gebeurt om:
1. de kans op brand te beperken.
2. de gevolgen van een brand te beperken.
3. de blootstelling van werknemers aan de gevolgen van een brand zoweel mogelijk te beperken.
4. de brandweer gratis materiaal aan te bieden.
De preventie van ongevallen bestaat uit:
1. het herkennen van risico's en het nemen van de gepaste preventiemaatregelen ter voorkoming.
2. het beperken van de gevolgen van letsels en schade.
3. het verminderen van de gevolgen van brand en explosie.
4. het nemen van maatregelen om zware letsels te voorkomen.
Wanneer we het aantal ongevallen per gewerkt uur met letsel willen verminderen, moeten we:
1. het aantal werknemers verminderen.
2. de veiligheidsregels verminderen.
3. onveilige handelingen/onveilige situaties aanpakken.
4. het aantal werkuren verlagen.

VCA - Risico's, ongevallen en preventie

Vragenlijst