Inleiding
In de technische analyse zijn er vele soorten grafiektypen (rond de 10). De belangrijkste en meest gebruikte typen zijn :

· de lijngrafiek
· de barchart
· de candlestick grafiek
· de Point & Figure grafiek

Lijngrafiek
De lijngrafiek bestaat uit de slotkoersen die verbonden zijn door lijnen. Op de Y-as staat de koers en op de X-as staat de tijd uitgezet. Lijngrafieken zijn makkelijk om snel de richting van de koers te zien. Wil je echter meer informatie dan zal je één van de andere typen moeten gebruiken.

Lijngrafiek

Barchart
Op de barchart staat meer informatie dan alleen de slotkoersen. Hier komt tevens de openingskoers, de hoogste koers en de laagste koers op te staan. De grafiek heet een barchart omdat de grafiek bestaat uit allemaal staafjes. Deze staafjes worden als volgt gevormd. De hoogste en laagste koers worden verbonden door een verticale lijn, waardoor er een staaf ontstaat. Aan de linkerkant van de staaf komt de openingskoers die voorgesteld wordt als een horizontaal streepje. De slotkoers komt als horizontaal streepje aan de rechterkant van de staaf te staan. Soms komt het voor dat de openingskoers niet wordt getekend. Maar als je de beschikking hebt over openingskoersen data, is het aan te raden om ze wel te gebruiken.

Barchart

Candlestick grafiek
De candlestick is de oudste grafieksoort in de technische analyse. Hij is ontstaan in Japan, maar wordt pas sinds een aantal jaren in de westerse wereld gebruikt, dus in dat opzicht is de grafiek nieuw.
De candlestick bevat dezelfde informatie als de barchart, alleen is de manier van presentatie anders. De hoogste en laagste koers worden verbonden door een verticale streep. De openingskoers en slotkoers worden verbonden door een verticale rechthoek, ook wel body genoemd. De kleur van de body hangt af van de openings- en slotkoers. Is de slotkoers lager dan de openingskoers dan is de body zwart. De kleur is wit als de slotkoers hoger is dan de openingskoers.
Behalve de analysetechnieken die je kan toepassen op lijngrafieken en barcharts heeft de candlestick grafiek eigen analysetechnieken gebaseerd op bepaalde figuren en volgordes van die figuren. In een later deel van de cursus zal ik de candlestick en de bijbehorende technieken uitvoeriger beschrijven.

Candlestick grafiek

Point & Figure grafiek
De Point & Figure grafiek (P&F) is een hele aparte soort grafiek. Er wordt hier niet gewerkt met tijd of volume, alleen met koersverandering. De grafiek bestaat uit kolommen met X'en en O's. De Y-as bevat de koersen. Op de X-as staat wel een tijdaanduiding, maar die heeft weinig waarde. De P & F grafiek wordt gebruikt omdat in deze grafiek de kleine onbelangrijke koersbewegingen worden weggefilterd.

Point & Figure grafiek

Elke kolom bevat alleen X'en of O's. Een X staat voor een stijgende koers, een O voor een dalende. De waarde van de X of O ligt aan de waarde die de gebruiker eraan geeft. Een X kan staan voor 1 gulden of 3 gulden of 50 cent. Het ligt aan het feit hoe gevoelig je de P & F wilt maken.
Veel technische analyse programma's maken de P & F grafieken automatisch, maar je kunt ze ook zelf maken. Je moet dan een aantal criteria voor jezelf opstellen. De eerste is hoe groot je de grootte van de X/O wilt maken. Die grootte wordt de boxsize genoemd. Bijvoorbeeld 1 gulden. De tweede criteria is de boxreversal. Deze ligt vaak op 3, maar kan ook 2 of 4 zijn. De grootte van de boxreversal zorgt ervoor wanneer je naar een nieuwe kolom moet gaan.
Ik zal nu proberen uit te leggen hoe je de P & F nu maakt. Stel je hebt een aandeel met een koers van Hfl 100,-. Je neemt als boxsize 1 gulden en boxreversal 3. Bij elke stijging van minimaal een gulden zet je een X (per gulden) in de eerste kolom. Hierbij moet je ook de hoogste en laagste koersen van de dag meerekenen, maar voor het gemak werk ik alleen met (fictieve) slotkoersen. De koers is nu Hfl 104,-. Dat is Hfl 4,- hoger dan de koers hiervoor, dus zetten we 4 X'en boven elkaar. De koers wordt nu 104,50. Omdat de koers niet minimaal gestegen is met de boxsize van een gulden, doen we niets. Bij elke stijging vanaf nu met minimaal de boxsize zetten we een X neer per boxsize (per gulden dus). Maar wanneer komen dan de O's. Die komen zodra de koers zakt met minimaal de boxsize vermenigvuldigd met de boxreversal. In dit voorbeeld dus 1 gulden maal 3, is 3 gulden. Stel de koers was Hfl 120,-. De volgende koers is Hfl 115,-. Dat is meer dan de 3 gulden 'omkeer-eis'. We gaan nu naar de volgende kolom en zetten 5 O's neer. De eerste O komt één vakje rechts onder de hoogste X van de vorige kolom. Ook nu moet de koers met minimaal de boxsize zakken voordat er weer een O per boxsize neergezet kan worden.

Waarschijnlijk is het bovenstaande wat ingewikkeld, maar na een tijdje went het wel. De meeste programma's kunnen het toch automatisch en hoef je alleen de waardes in te vullen voor boxsize en boxreversal. Voor de P & F gelden ook eigen analysetechnieken. Ik ga ze niet in deze cursus behandelen, maar als je er meer over wilt weten dan kan je via Traders Press een aantal goede boeken krijgen op dit gebied. Er zijn nu zelfs een aantal boeken in de aanbieding.

| terug |