|
Palmas
Een beschrijving
Palma = handpalm, vlakke hand
Palmas = handgeklap, in de handen klappen.
Handen zijn de meest authentieke en spectaculaire flamenco-instrumenten en zijn erg goed te gebruiken voor de ritmische begeleiding van flamencodans, -zang en –gitaar. Het is waarschijnlijk echter ook de meest onderschatte ritmische begeleiding.
palmas sordas |
Veel mensen denken “dat kan ik ook” en gaan dat dan ook prompt doen als ze naar een voorstelling zitten te kijken en luisteren; zeeeeer irritant voor de anderen én de artiesten. Palmas is – mits goed uitgevoerd – echter moeilijk, gevarieerd en complex. Het is een van de meest kenmerkende elementen van flamencomuziek. Het vormt het basisritme voor de dans, de zang en het gitaarspel. Het is een van de essentiële begeleidingsvormen sinds het ont- en bestaan van flamenco, en was er eerder dan dat er gitaarbegeleiding bestond.
Er zijn twee soorten van palmas: de doffe- (sorda) en de harde (clara of seca; heldere of droge-) klap. |
Bij de doffe klap sla je alleen de randen van de handpalmen tegen elkaar; de palmen zelf vormen kleine “kuiltjes” en zorgen zodoende voor het doffe geluid. Ze worden gebruikt voor een zacht en subtiel ritme en veelal als de zanger zingt. De harde klap creëer je door met de vinger van de ene hand in de handpalm van de andere hand te slaan. Er ontstaat dan een hard, droog geluid waarmee een duidelijk ritme bij bijv. dans aangegeven kan worden. Dat kan soms even zoeken
zijn voordat je het juiste geluid uit je handen krijgt. Groot is vaak de verwondering als een docent met zijn/haar hand het juiste geluid uit de hand van de leerling laat komen; de leerling kan dan soms verbijsterd naar zijn eigen hand kijken met een blik van “kwam dat uit míjn hand?”.
Het ritmisch begeleidingsgeklap is gebaseerd op de drie maatsoorten die binnen flamenco in de diverse stijlen, palos, gebruikt worden; in tweeën, in drieën en in twaalven.
Palos in tweeën zijn bijv. Tangos, Tientos, Farruca, Garrotín en de Rumba. |
Palmas claras |
In drieën zijn de Fandangos en de Sevillanas en in twaalven zijn de palos zoals de Bulerias, Alegrías, Soleá en Seguiriyas.
Er zijn zangstijlen die zgn. “vrij in compás” zijn, d.w.z. geen vast ritme hebben; deze kunnen dan ook niet begeleid worden door palmeros.
Bij palmas is het gebruikelijk dat er twee palmeros zijn: eentje die het basisritme slaat en de ander die daaroverheen varieert (bijvoorbeeld in de contra klapt: tussen de maten in) ter ondersteuning van bijv. de dans.
Carlos Grilo en Luís Cantarote begeleiden David en Alfredo Lagos (AnaPalma.com)
Belangrijk daarbij is het om het juiste geluid uit de handen te krijgen, te weten wanneer er wélk geluid nodig is én natuurlijk een diepgaande kennis van de diverse palos zowel ritmisch als met kennis van waar de accenten in de betreffende stijl liggen die begeleid wordt.
M.a.w.; als palmero moet je ten minste de basis klaptechnieken kennen en kunnen, contra kunnen klappen, remates kunnen herkennen en klappen en de palos kennen die je begeleidt. Het is zondermeer mogelijk voor palmeros om de dansers en de gitarist / zanger volledig in verwarring te brengen door verkeerd te klappen.
Voor de duidelijkheid dus; ze staan niet alleen maar “lekker in de maat mee te klappen”!
Tegenwoordig bestaat er tijdens flamencofestivals waar ook danslessen gegeven worden veelal de mogelijkheid om een workshop palmas te doen. Dat is voor iedere danser aan te raden én leuk om te leren. Daarnaast zijn er ook les-DVD’s te verkrijgen waarin alles rustig uitgelegd wordt incl. oefeningen.
|
|