Interimverhalen

Belofte maakt schuld?

Hallo, ik ben een meisje van 20 jaar. Via een intrim ben ik aan werk geraakt, dit was normaal voor 1 dag. Maar de mensen van die winkel zeiden dat ze iemand zochten en daarom kon ik daar blijven.

 Ik was kassierster in een winkel en ik deed het ook heel graag, leuke sfeer en toffe collega’s. Ik had aan de baas gevraagd om een vast contract, maar hij zei dat het beter was dat ik eerst mijn rijbewijs zou halen. Toen ik mijn rijbewijs gehaald had zei ik dat tegen hem, hij zei dat het goed was en zei niets meer over een vast contract. (ik kreeg altijd een weekcontract van de intrim).

 Ik zei er niets meer van want ik deed het werk graag en ze waren er ook heel tevreden over. Vorige week kreeg ik opeens een smsje van de intrim dat ik niet in de planning stond. Ik zei dit op mijn werk en ze wisten daar van niets.

Ik had naar de intrim gebeld en ze zeiden dat er studenten gingen komen en ik me geen zorgen moest maken, dat ik de week erna gewoon kon blijven werken. Ik vond dit heel raar want het is een drukke periode, maar ik dacht er niet teveel over na. Daarnet stuurde ik een smsje naar een collega voor te vragen of ik volgende week mocht komen. Ze stuurde dat er een meisje was die al had gewerkt bij hun en dat ik niet meer moest komen. Mag dit zomaar? Ze heeft gewoon mijn job gepikt omdat ze besliste om terug ginder te gaan werken ? Nu kan ik weer helemaal van nul beginnen en het is in deze tijd al moeilijk om voltijds een job te vinden.

Uitgenodigd om hun database aan te vullen

Ik ben niet gemakkelijk op mijn paard te krijgen (ook wel omdat ik er geen heb), maar ik kom zonet van de fictieve stal van Boer Claes, alwaar ik het grootste ros heb uitgekozen om er mij eens goed op te placeren, want wat de kiekens van een bepaald interimkantoor (*kuch* ACCENT *kuch*) mij gisteren gelapt hebben wordt ik écht wel pissed van.

Deze week was ik een beetje aan het grasduinen in de vacaturedatabank van enkele job-sites, toen ik stootte op een vacature getiteld : “Junior Event Manager”. Aangezien de omschrijving van de job behoorlijk aantrekkelijk klonk, en ik mezelf wel geschikt vond (gebaseerd op de uitleg die erbij stond), stuurde ik meteen mijn CV door naar Accent, met de vraag om wat meer info door te geven.

Nog geen 5 minuten later krijg ik telefoon van Accent met de vraag of ik deze week eens kon langskomen op hun kantoor in Lokeren. Fijntjes, dacht ik … die mensen hebben mijn CV gezien, vinden net als ik dat ik mogelijks geschikt ben voor de job, en nodigen mij uit voor een gesprek. Althans, dat is de conclusie die ik dacht te mogen trekken.

Aangekomen in Lokeren placeren ze mij daar voor een PC, waar ik héél mijn CV nog eens opnieuw mag ingeven en een persoonlijkheidstest moet invullen. Enfin, ik ben een coöperatief mens en doe dat allemaal met veel plezier, ook al begin ik nattigheid te voelen. Wanneer, na al dat nodeloos getyp, het “gesprek” van start gaat, weet madam mij te vertellen dat ik niet de opleiding heb die hun klant wenst, aangezien het eigenlijk totaal niet over evenementen gaat, maar over reizen organiseren met BV’s, en ze iemand met een diploma toerisme willen.

Je zou verwachten dat ze zoiets eerder die week hadden kunnen mailen of telefonisch vermelden, aangezien ik mijn CV reeds had doorgemaild, en daar nérgens het woord “toerisme” in terug te vinden is. Maar iéts zegt me dat ze die zelfs niet bekeken hebben.

Misschien ben ik wat naïef, maar ik dacht dat een interimkantoor er was om de juiste mensen aan de juiste job te koppelen, en niét om onder valse voorwendsels iemand te laten langskomen om hun database aan te vullen.

Dankjewel Accent. Dat was de laatste keer dat u mij over uw vloer hebt zien passeren!

Thomas Van Dingenen


Een rem op de toekomstplannen

Ik werk al meer dan een jaar bij eenzelfde bedrijf. Nog altijd als uitzendkracht. Ik ben 26, maar mijn situatie ligt wel anders dan bij de meeste jongeren. Ik ben nu al eigenaar van een huis en dat maakt het toch een stuk gemakkelijker. Het belet niet dat de onzekerheid van het uitzendstatuut ook bij mij stokken in de wielen steekt. Jonge mensen zoals mezelf vinden het vooral lastig dat ze veel te lang in de interimsector vastzitten. Enkele maanden werken met een tijdelijk contract, dat is draaglijk. Maar als die situatie langer dan een jaar duurt wordt het moeilijk.

Men begint zich vragen te stellen over de toekomst. Zelf heb ik er nog vertrouwen in, ik wil zelstandige worden. Maar zonder vast werk kan ik mijn project nooit verwezenlijken. Als interim raak ik nooit aan de nodige financiering. Voor mij is het grootste probleem dat uitzendkrachten een slecht imago hebben. Nochtans, uitzendkrachten zijn niet slechter dan vaste werknemers. Ze staan ook elke ochtend op om te gaan werken en kloppen ook hun uren. Als uitzendkrachten werknemers zijn zoals alle andere, waarom staan zij dan een trapje lager, bij de banken bijvoorbeeld?

Countouras Karalambo


Slechte planning vergt ‘flexibiliteit’

Vorige zomer werkte ik als brand/veiligheidsopzichter in een autobedrijf. Het was zomer en liever dan dure brandweerlui te betalen, nam men interimmers in dienst die minder kostten om toch maar aan de veiligheidsvoorwaarden te beantwoorden.

Ik kreeg een korte opleiding waarin ik nooit een brandblusapparaat in mijn handen kreeg. Als het brandde, zo vertelde men ons, moesten we de brandweer maar bellen. Ook waren we normaal verplicht de wet op de privémilities te kennen. In normale omstandigheden wordt het veiligheidspersoneel ook getest op deze kennis. Niet zo via het interimbureau. Ik heb de wet Tobback, zoals die heet, nooit moeten afleggen. Ik wist dus niet hoe ik moest blussen en had geen flauw benul van de voorschriften die gelden voor privé-veiligheidsfirma’s.

Toen ik ziek was, belde ik een dag op voorhand naar het interimkantoor om hen te verwittigen dat ze beter de backup inschakelden. Ik kreeg te horen dat dit onmogelijk was en dat ik maar beter een dafalgan extra nam. Een doktersbriefje had ook niet veel zin daar mijn contracten pas achteraf werden getekend. Dit wegens slechte planning die men dan gemakshalve ‘flexibiliteit’ noemt. Hier kwam pas verandering in na een opmerking van een ACV-délégé van het bewakingsbedrijf zelf. Het systeem van back-ups zorgde ervoor dat ik mij paraat moest houden op bepaalde dagen. Ik werd niet opgeroepen op die dagen wel op andere dagen waarvoor ik me niet als back-up had opgegeven. Opnieuw slechte planning verkleed als flexibiliteit dus.

Op voorhand had men mij aan de telefoon verteld dat ik mocht kiezen hoeveel dagen in de week en wanneer ik kon werken. Dat leek in de praktijk al gauw anders te zijn.

Frank Philips

Altijd maar flexibel zijn en geen enkel recht op voordelen

Ik ben een verpleegkundige die na 5 jaar ziekenhuis beslist had om thuis te blijven en de kinderen op te voeden. Toen ik 31 jaar was, werd ik gecontacteerd door een deeltijds arbeidsgeneesheer van de Nationale Bank in Brussel. Dit met de vraag of het mij interesseerde om 3 maanden een vervanging te doen voor een collega verpleegkundige die zwanger was. Ik heb die opdracht aanvaard met een contract van bepaalde duur tussen de bank en mij. Daarna ben ik nog verschillende vervangingen gaan doen met een contract tussen mij en de bank met de nodige voordelen.

Na 4 jaar werd er opeens beslist dat ik nog mocht blijven vervangen (ik deed de job zeer graag), maar nu via een interimkantoor. De omgekeerde wereld werd ingezet: ik werd opgebeld van de bank en moest dan zelf het interimkantoor op de hoogte brengen. Dan begonnen de weekcontracten van soms wel 6 maanden of een jaar. Ook deed ik alle vakantieperiodes zodat de collega’s hun verlof konden nemen. Zieken, ik verving. Ik deed mijn job heel graag, deed hetzelfde als de collega’s die een hogere opleiding hadden en bleef met veel plezier tot de laatste de permanentie waarnemen. Intussen volgde ik avondschool om de Franse taal nog wat te verbeteren (ik werd perfect tweetalig). Ik deed dus heel veel inspanningen.

Op een zeker moment kwam ik tot de ontdekking (ik was niet geïnformeerd door het interimkantoor noch door de bank) dat ik na 5 jaar in interimstatuut nog nooit vervoerkosten had gekregen of nog nooit een feestdag was betaald. Kortom, geen enkel voordeel zoals de andere collega’s of zoals tijdens de periode dat ik gewerkt heb met een contract van de bank. Een aangetekend schrijven naar het klachtenbureau van dat bepaalde interimkantoor (overigens gevestigd in Ukkel, ik ben van Aalst) leverde niets op; er kon voor mij niets gedaan worden. Ondertussen was ik 40 jaar, wou ook wel vast aangeworven worden, maar daar had ik dan opeens niet het nodige diploma voor. Een Franstalige verpleegkundige die geen notie Nederlands kende, kwam vast in dienst met een duw van de gouverneur. Ik mocht wel nog steeds vervangen.

Toen ben ik een gesprek aangegaan met de arbeidsgeneesheer die mij jaren terug gevraagd had om hen uit de nood te helpen en die intussen hoofdgeneesheer was geworden (en die ook wou dat ik steeds kwam vervangen). Hij wist ook dat er op mij gerekend kon worden. Ik was echt gefrustreerd door de discriminatie. Ik legde de toestand uit aan de hoofdgeneesheer; het interimbureau kon of wou dus niets doen om de vergissingen recht te zetten en ik wou op die basis niet meer werken. Gevolg: de bank zelf heeft een toegift gedaan door mij een categorie te verhogen (wat meer inkomsten gaf), de vervoerskosten te betalen en het middagmaal was gratis. Andere voordelen zoals eindejaarspremie of maaltijdcheques heb ik nooit ontvangen.

Uiteindelijk heb ik er op mijn 45ste de brui aan gegeven toen merkbaar was dat sommige collega’s, na 15 jaar met hen te werken, je nog steeds beschouwden als “toch maar de interimaris die zich naar iedereen moest schikken”. Dat was er voor mij teveel aan, plus het feit dat er misbruiken ontstonden door collega’s die dan wel, dan niet op verlof gingen terwijl ik mij maar moest aanpassen en steeds klaar staan. Feit: ik had ook een gezin met kinderen. Ik ben gestopt na het einde van een interimperiode met een weekcontract zoals gewoonlijk. Ik had niets gezegd maar de volgende maal dat ik een telefoon kreeg van de bank om te komen vervangen en het interimkantoor zelf te verwittigen, heb ik vriendelijk gezegd dat ik een vaste job aanvaard had.

Nu werk ik in mijn buurt, in de straat zelfs bij een dokter. Ik ben spijtig genoeg op mijn 48ste moeten beginnen aan het minimumloon zoals mensen van 21 jaar. Vandaag op mijn 50ste verdien ik nog hetzelfde als een beginnend administratief bediende cat.1 met een diploma van verpleegkundige. Dat stelt wel teleur. Die 15 jaar op interimbasis werken worden niet geteld als anciënniteit.

Ik ben wel gelukkig in mijn werk ondanks de kleine verdienste. Mijn conclusie: interimbureaus, weg ermee ofwel dezelfde statuten als contractuelen. En een vaste job na bewezen te hebben zeer goed te zijn in die job.

Lutgart Schockaert


Je best doen is niet goed genoeg

Vier jaar lang heb ik als uitzendkracht gewerkt bij Fehrer, een bedrijf in Tessenderlo waar kussens voor autozetels worden gemaakt. Al die tijd werkte ik met weekcontracten. Dat wil zeggen dat mij opdracht elke week stopte en dan weer verlengd werd. En zo vier jaar lang. Maar ik deed het werk graag en dus bleef ik, in de hoop ooit vast aangeworven te worden. Bijna was het zover, maar toen kreeg ik een koude douche. Op het moment dat ik in aanmerking kwam om een vast contract te krijgen vergat ik een clip aan te brengen bij de fabricage van een autokussen.

Voor de directie voldoende reden om mij niet vast aan te werven. Ik moest maar interim blijven en opnieuw bewijzen wat ik waard was. Ik was er kapot van. Vier jaar lang had ik mijn best gedaan. Nooit problemen gehad, nooit ziek geweest. Ik had geen bezwaar tegen weekendwerk te doen. Als iemand voor de nachtploeg ziek viel, belde men mij dezelfde dag of ik niet wilde inspringen, want ze wisten dat ik daartoe bereid was. Heb je dan ook de nodige opleiding gekregen, vroegen we haar. Want iemand een fout aanwrijven zonder voor de nodige opleiding te zorgen kan toch ook niet. Maar nee, ik had mijn job al doende geleerd, helemaal alleen. En na vier jaar heb je dat werk natuurlijk volledig onder de knie, vertelt ze. Maar dat sluit toch niet uit dat je wel eens een foutje kunt maken. Alleen word je daar als uitzendkracht bijzonder zwaar op afgerekend. Je staat machteloos. Ik trok mijn conclusies. Ik ging op zoek naar een andere baan en ondertussen werk ik al een tijdje met een vast contract in een bedrijf in Herentals. Die job heeft ze zelf gevonden, verduidelijkt ze nog. Het uitzendkantoor heeft mij niet aan vast werk geholpen. Men heeft mij alleen aan het lijntje gehouden, vier jaar lang. En het sterkste van het verhaal kennen we nog niet, zo vertelt C. nog. Toen ze dan elders werk gevonden had, vroegen ze haar om bij Fehrer terug te komen. Ik heb er feestelijk voor bedankt. Zoiets wil je geen twee keer meemaken.

C.P.


Vergoedingen en voordelen, daar loopt het mis

Momenteel heb ik een vast contract in het bedrijf waar ik als interim begon maar mijn verhaal is daarom niet minder verbazingwekkend. Ik ben er zelfs vakbondsafgevaardigde. En ik weet waarom ik dat doe want als uitzendkracht ondervond ik aan den lijve hoe belangrijk het is de rechten van werknemers te verdedigen. Ooit maakte ik mijn beklag bij het uitzendkantoor omdat ik geen vervoerkosten terugbetaald kreeg, net zoals mijn collega’s met een vast contract. Van de slag maakte het uitzendkantoor een eind aan mijn opdracht. Maar ik beet van me af en ging praten met het bedrijf dat me tewerkstelde. Daar wilde men mij houden. Maar wel op één voorwaarde: mondje dicht en geen kostenvergoeding vragen.

Het gebeurt wel meer dat uitzendkrachten niet krijgen waar ze recht op hebben. Vooral op het gebied van bijkomende vergoedingen zijn er zeer veel misbruiken. In mijn bedrijf kregen de uitzendkrachten lange tijd geen maaltijdcheques. We hadden er nochtans recht op. En niet eens zo lang geleden ontvingen de interims een lagere ploegenvergoeding dan de vaste werknemers. Alleen vroegen de uitzendkrachten zelf om er maar over te zwijgen. Dat kom je wel meer tegen. De schrik om meteen aan de deur gezet te worden zit er diep in. Wat mij vooral stoort is dat mannen die met een interimopdracht beginnen veel sneller een vast contract krijgen dan vrouwen. Die ongelijke behandeling stoot echt tegen de borst.

Ondertussen is de toestand verbeterd dankzij onder andere de vakbondswerking. Zo zijn er door het overleg in de ondernemingsraad 26 uitzendkrachten aan een tijdelijk contract en daarna aan een vast contract geraakt. Vandaag zijn er nog 15 interims op 150 personeelsleden. Maar het zijn er ooit 50 geweest.

G.V.


Zwart gemaakt bij een potentiële werkgever

Toen ik tegen mijn wil werkloos werd, schreef ik me in bij alle mogelijke uitzendkantoren. Daar was er ééntje bij waar een bepaalde consulente mij persoonlijk niet kon uitstaan – ik weet tot op de dag van vandaag nog altijd niet waarom- en dat zal ik geweten hebben!

Ik ging bij een groot distributiebedrijf solliciteren en slaagde met vlag en wimpel voor de proeven, de ploegbaas wilde mij persé hebben en ik kon de volgende middagdienst beginnen.Er was maar één maar aan verbonden en dat is dat ik ingeschreven moest zijn bij dat bepaald uitzendbureau.Ik zei dat ik daar ingeschreven was waarop de personeelschef vertelde dat hij contact ging opnemen met dat uitzendkantoor.

Diezelfde avond kreeg ik echter telefoon van de ploegbaas waarbij ik gesolliciteerd had. Deze zei dat ik niet kon beginnen omdat die uitzendconsulente die mij niet kon uitstaan zo slecht over mij gepraat had dat ik daar niet mocht beginnen! Een klein detail is dat ik nog nooit voor dat uitzendkantoor gewerkt had en alleen maar ingeschreven was.

Ik probeerde daarmee verder te gaan via het syndicaat maar die beweerden dat zij niets konden doen zolang ze daar geen bewijs van hadden. De ploegbaas van dat bedrijf durfde me ook niet te helpen om begrijpelijke redenen en de email die ik naar Federgon heb verstuurd is tot op heden onbeantwoord gebleven!

STOP INTERIMS NU VOOR HET TE LAAT IS.

Patrick Janssen


Als je maar braaf blijft

Een veelzeggend verhaal komt van iemand die anoniem wil blijven. We noemen haar Hilde. Na haar schooljaren zoekt zij een inkomen en komt terecht in de interimsector. Zij aanvaardt nachtwerk, in de hoop snel een job overdag te vinden. Maar dat is veel minder vanzelfsprekend dan zij had verwacht. Wat haar stoort aan het uitzendwerk is dat je alleen aan de bak komt als je braaf blijft. En makkelijk is dat niet, want uitzendkantoren kennen de knepen om uitzendkrachten zo weinig mogelijk te betalen. Ze wachten met het opstellen van contracten om niet te moeten betalen voor eventuele ziektedagen of dagen waarop geen werk was.

Vandaag is er geen andere keuze dan voor een uitzendkantoor te werken en dus is voor hen alles gepermitteerd. Door hun onzekere situatie durven uitzendkrachten niet voor hun rechten opkomen. Hilde riskeerde het zelfs niet te zeggen dat haar ouders vakbondsafgevaardigden zijn. Volgens haar spelen uitzendkantoren en inlenende bedrijven onder één hoedje, met als gevolg dat uitzendkrachten met moeite krijgen waar ze recht op hebben. Bij Hilde is de situatie nog moeilijker omdat ook haar partner als uitzendkracht werkt. Ze zouden graag een huis kopen, maar gezien hun fragiele inkomen willen de banken maar een heel kleine lening toestaan. Daarmee kunnen ze niets fatsoenlijks kopen en dus blijven ze wachten. De levensgezel van Hilde werkt sinds hij van school is voor eenzelfde callcenter. Hij kan er blijven omdat hij zijn werk goed doet. Maar een definitieve aanwerving levert dat niet op.


Het gevoel een wegwerpartikel te zijn

Guillaume Parent is een jongeman van 25. Sinds hij van school is heeft hij altijd als uitzendkracht gewerkt en soms viel dat mee, maar soms ook niet. Zijn allereerste opdracht duurde 18 maanden. Dat is niet mis, maar toch hield hij er een kater aan over. Van de ene dag op de andere kreeg hij te horen dat hij mocht gaan, net een wegwerpartikel. Dat doet pijn. Nu werkt hij al twee jaar als uitzendkracht bij Alstom.

Er werd hem een vast contract beloofd, maar daar hoopt hij na al die tijd niet echt meer op. Zelfs al noemt hij het werkklimaat door de band goed, toch vindt hij dat je met een onstandvastig interimcontract behoorlijk onder druk staat.

Het is niet gemakkelijk om zo vooruit te geraken in het leven. Voor Guillaume zit er niets anders op dan bij zijn ouders te wonen. Zolang hij maar tijdelijk werk heeft wacht hij om zelfstandig te wonen. Voorlopig maakt hij alleen toekomstplannen voor zijn vakanties. Zelfs de aankoop van een auto stelt problemen. Onlangs liet zijn wagentje het afweten en hij kan niet zonder om naar het werk te gaan. Alleen doen de banken erg moeilijk als een uitzendkracht een autolening vraagt. Pas na een lange zoektocht vond hij een bankinstelling bereid om hem te helpen. Als we aan Guillaume vragen een wens uit te spreken, zucht hij vol verwachting : « zo snel mogelijk een contract van onbepaalde duur te pakken krijgen ».