Babyhuisje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een babyhuisje of lutjepotje is een houten huisje waar jonge kinderen overdag buiten in kunnen slapen. Het bouwsel heeft in zijn oorspronkelijke vorm wel wat weg van een konijnenhok waarvan de tralies zijn vervangen door horregaas.

Het idee voor een babyhuisje is ontstaan in de provincie Groningen. Het eerste babyhuisje, of lutjepotje zoals ze in het Gronings dialect genoemd worden, werd in 1939 gemaakt op initiatief van huisarts Jitze Posthumus te Eenrum door timmerman Fokko van Til uit Mensingeweer. De opzet was het pasgeboren kind meer buitenshuis in de gezonde lucht te laten zijn. In de noordwesthoek van Groningen, waar de woningsituatie vaak slecht was met vochtige, bedompte en overbevolkte huizen, werd het babyhuisje snel populair en hoort het nog steeds bij de cultuur van het platteland.

Een babyhuisje, of lutjepotje, valt onder de wetgeving van het warenwetbesluit kinderbedden en boxen. Een babyhuisje moet, net zo als een babyledikant, altijd aan de eisen gesteld in dit warenwetbesluit voldoen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt strikt toezicht op naleving van deze wet.

Het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem heeft een lutjepotje in de collectie opgenomen.[1]

Tegenwoordig worden de babyhuisjes ook elders in Nederland gebruikt, vooral door kinderdagverblijven, crèches en gastouders. Ze worden dan in de tuin, op het terras of op een binnenplaats gezet.