het lid

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [lɪt]
Verbuigingen:  leden (meerv.)

1) iemand die bij een vereniging of een andere groep mensen hoort
Voorbeelden:  `lid zijn van een voetbalclub`,
`gemeenteraadslid`

2) penis
Voorbeeld:  `het mannelijk lid`

3) paragraaf van een wetsartikel of reglement
Voorbeeld:  `artikel 10, lid 3`

4)
onder de leden hebben  (voelen dat je ziek wordt) `Ik heb griep onder de leden.`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
aanhanger   abonnee   alinea   deel   deksel   geleding   gelid   gewricht   groepslid   knoop   lidmaat   lul   paragraaf   partijganger   partijlid   penis   piem   pik   roede   

Spreekwoorden en zegswijzen
• wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
Naar de spreekwoorden

10 definities op Encyclo
  • •iemand die behoort tot een groep of organisatie. •deel van een paragraaf van een wetsartikel. •penis •ooglid •vrij beweeglijk deel van het lichaam.
  • wat kleiner is dan het totaal vb: het staat in artikel 5, lid 7 je arm uit het lid draaien [uit de kom]
  • [ridderorde] - Toen de hervorming van de Orde van Oranje-Nassau in 1993 in de Tweede Kamer werd besproken stelde de regering voor om de drie eremedailles te schrappen en...
  • 1) Aangesloten 2) Aangeslotene 3) Aanhanger 4) Abonnee 5) Afsluiting 6) Alinea 7) Aspirant 8) Behoren tot een groep 9) Behorend tot een groep 10) Beweegbaar deel van het ...
  • deksel - Jaar van herkomst: 1429 (MNW ) lichaamsdeel - Jaar van herkomst: 1260-1280 (CG II 1 Wrake R. ) penis - Jaar van herkomst: 1530 (WNT )
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met lid:
    lid 1lid ondernemingsraadlid van zwerfstamlid woordlid wordenlid worden vanlidalidaatschaplidboekjeliddenlidderenlidenlideoordelidgeldlidgeldenlidilidjeslidkaartlidllidloos
    Toon alle woorden die beginnen met lid

    Deze woorden eindigen op lid:
    bemanningslidbendelidbestuurslidcomitélidcongresliddirectieliderelidfamilielidgelidgemeenteraadslidjeugdlidjurylidkaderlidKamerlidooglidpanellidparlementslidpartijlidpersoneelslidraadslid
    Toon alle woorden die eindigen op lid

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    1. lid (deksel)
    2. lid (lichaamsdeel)


    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Is het 'de lid' of 'het lid'?
    Het is 'het lid', want lid is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat lid'.
    Wat is het meervoud van lid?
    Het meervoud van lid is 'leden'. Eén lid, twee leden.
    Wat betekent lid?
    'iemand die bij een vereniging of een andere groep mensen hoort' en 'penis' en 'paragraaf van een wetsartikel of reglement' en ''
    Hoe spel je lid?
    lid spel je L I D
    Wat is een ander woord voor lid?
    Andere woorden voor lid zijn aanhanger, abonnee, alinea, deel, deksel, geleding, gelid, gewricht, groepslid, knoop, lidmaat, lul, paragraaf, partijganger, partijlid, penis, piem, pik en roede.