de illusie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ɪˈlyzi]
Afbreekpatroon:	il·lu·sie
Verbuigingen:	illusies (meerv.)

gedachte die te mooi is om reëel te zijn

Voorbeeld:	`de illusie wekken dat je rijk bent, terwijl dat niet zo is`
een illusie armer zijn	(een teleurstelling hebben gehad) `een illusie armer zijn omdat Sinterklaas niet bestaat` Synoniem: ontgoocheld zijn

© Kernerman Dictionaries.

droom   droombeeld   hersenschim   hersenspinsel   inbeelding   luchtspiegeling   schijn   waan   waanbeeld   waandenkbeeld   waandidee   waanidee   waanvoorstelling   zelfbedrog   zelfbegoocheling   zinsbegoocheling   

Zinsbegoocheling, kunstmatige voorstelling van of omtrent iets.

Zinsbegoocheling, droomwereld Het feit dat jij het waarneemt toont aan dat jij niet bent wat je waarneemt. Zie artikel Werkelijkheid of Illusie Nr. 02-2007

niet te verwezenlijken droombeeld of wensdroom

waarneming van een reëel object, waarvan de kenmerken of betekenis verkeerd geïnterpreteerd worden onder invloed van bepaalde verwachtingen

De waarnemingsvervorming waardoor dingen anders worden waargenomen dan ze zijn. Wanneer we bijvoorbeeld in de trein zitten en een andere trein begint te rijden, lijkt het...

Toon uitgebreidere definities

• illusie onist• illusieloos• illusiepolitiek• illusies

• desillusie• optische illusie• de illusie• de illusie• contra illusie• dsillusie• trans illusie• koker illusie• geldillusie• deillusie• een illusie

illusie (zinsbegoocheling, droombeeld)

Is het 'de illusie' of 'het illusie'?

Het is 'de illusie', want illusie is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die illusie'.

Wat is het meervoud van illusie?

Het meervoud van illusie is 'illusies'. Eén illusie, twee illusies.

Wat betekent illusie?

'gedachte die te mooi is om reëel te zijn'

Hoe spel je illusie?

illusie spel je I L L U S I E

Wat is een ander woord voor illusie?

Andere woorden voor illusie zijn droom, droombeeld, hersenschim, hersenspinsel, inbeelding, luchtspiegeling, schijn, waan, waanbeeld, waandenkbeeld, waandidee, waanidee, waanvoorstelling, zelfbedrog, zelfbegoocheling en zinsbegoocheling.